Glas-in-lood
Bevrijdingsraam in de Oude Kerk
Op Bevrijdingsdag valt het licht in de Oude Kerk op een bijzonder venster: het Bevrijdingsraam in de kopgevel van de noorderkruisbeuk. Zodra de zon door het negentiende-meter-hoge glas speelt, kleuren de gewelven rood, oranje en goud. Een herinnering aan de bevrijding van 1945.

Van raadsbesluit tot onthulling
1955 – tien jaar na de oorlog besluit de Gemeenteraad van Delft om de kerk een nieuw raam te schenken. Glazenier Joep Nicolas krijgt de opdracht.
20 december 1956 – burgemeester Dirk de Loor onthult het voltooide raam; vanaf dat moment prijkt het enorme glas-in-lood-raam in de noordelijke dwarsbeuk.
Met deze schenking trapte Nicolas zijn reeks van in totaal 27 ramen voor de Oude Kerk af - vandaag wordt het Bevrijdingsraam nog steeds gezien als het sleutelstuk van als die ramen.

Een van de grootste glas-in-loodcomposities
Nicolas schetste eerst het volledige ontwerp op ware grootte (kartons). In het glasatelier werden stukjes mondgeblazen glas met pigmenten ingebrand – de lijnen, schaduwen en uiteindelijk de kleurlaag. Elk stuk werd in een H-vormig loden profiel gevat, gesoldeerd, gekit en vervolgens in een stalen raamwerk geplaatst.
Met ± 112 m² is het Bevrijdingsraam een van de grootste naoorlogse glas-in-loodcomposities van Nederland, maar dankzij de dunne loodlijnen blijft het ontwerp verfijnd en krachtig.

“Nobody’s free until everybody’s free.”
Tachtig jaar na de capitulatie blijft het raam vertellen dat vrijheid én gerechtigheid onafscheidelijk zijn. Michaël en de draak spreken nog altijd tot de verbeelding: het kwaad wordt niet vanzelf verslagen, maar door gezamenlijke inzet.